Liefdevolle Vriendelijkheid naar jezelf en anderen

Onlangs ben ik een aantal weken in retraite geweest. In dit schrijven wil ik je meenemen in een diep en tegelijkertijd eenvoudig inzicht dat ik deze weken (opnieuw) heb opgedaan. Wat ik zag was welke impact liefdevol en zacht omgaan met jezelf en je eigen geest kan hebben. Naar jezelf en ook naar je omgeving. 

Iedereen kent wel momenten dat de dingen je niet zo mee zitten in je leven en dat je dan teleurstelling ervaart of zelfs bozig wordt, misschien naar jezelf, misschien naar anderen. Iedereen die weleens heeft gemediteerd of die een spiritueel pad loopt, heeft ongetwijfeld dezelfde teleurstelling ervaren als je meditatie niet ging, zoals jij van tevoren bedacht had, dat het zou gaan.

Ik vond het wel leuk dat Mingyur Rinpoche tijdens een van zijn teachings zei: mediteren is te vergelijken met de koers van de beurs (stockmarket). We weten allemaal dat de beurskoers de hele tijd veranderd. Zo is het ook met onze ervaringen tijdens meditatie en in het dagelijkse leven. Het ene moment is prettig, het andere moment niet. What the heck! Echter, iets in ons wil dat we ons, liefst continu, goed voelen, fijn, prettig. 

Mingyur Rinpoche had nog een ander voorbeeld dat heel treffend is: elke Tibetaan wil eens in zijn of haar leven naar Lhasa. Om daar te komen moet je door het Tibetaanse hooggebergte en dat zijn vele bergen en dalen. Wanneer je de berg op gaat, kom je dichter bij Lhasa, maar ook wanneer je de berg af gaat. Dit is misschien een inspirerende metafoor voor onze meditatie practise: het gaat niet om het resultaat van onze practise, maar wel om het keer op keer bereid zijn om te mediteren en te oefenen om onze geest thuis te brengen. Een ‘zogenaamde’ goede meditatie brengt je geest thuis en een ‘zogenaamde’ niet-goede meditatie ook! En op een dieper niveau val je uit de cirkel van Hoop en Vrees op het moment dat jij je niet meer druk maakt over goed of slecht. Je stapt daarmee in Zijn. Je gaat van overleven naar Leven. Morrel niet aan jezelf (of anderen).

Tijdens de afgelopen retraite had Hans Knibbe een prachtige metafoor die ik graag met je wil delen. Hij zei: “Je kunt je geest vergelijken met het temmen van een paard. Een paard temmen kun je alleen doen door heel consequent en tegelijkertijd liefdevol aanwezig te zijn. Je moet duidelijk zijn en tegelijkertijd ruimte geven aan het paard om jou te volgen”. Ik kreeg gelijk het beeld voor me van een scène uit de film ‘The Horse Whisperer’ van Robert Redford. In deze film speelt Robert Redford de paardenfluisteraar. Hij werkt in de scène met een getraumatiseerd paard. Op het moment dat hij bezig is om het paard te temmen, schrikt het paard van het geluid van een telefoon. Het paard steigert, wordt wild en rent weg. De paardenfluisteraar laat het paard gaan. Hij dwingt het paard niet om gelijk weer terug te komen. Sterker nog, hij gaat naar de plek waar het paard naartoe is gegaan, laat weten dat hij er is, en gaat rustig in het gras zitten. Op die manier wacht hij tot het paard naar hem toe komt. Heel geduldig, zonder ook maar een vinger te verroeren.

Hoe is het om op dezelfde manier met jezelf om te gaan als je bang bent, boos, depressief of onrustig, misschien zelfs zonder enige reden? Of hoe is het om op deze manier te mediteren?

Als ik dit beeld volg, dan zie ik mezelf zitten en wacht ik geduldig tot mijn geest thuiskomt. Ik ben aanwezig bij de angst of elke andere emotie, ben er open naar, zonder dat ik beweeg. In het boeddhisme wordt dit ‘bringing the mind home’ genoemd. Ik word heel blij van het beeld. Het komt op mij heel zacht en ruimhartig over en zo ervaar ik het ook tijdens mijn meditaties. Tegelijkertijd is er ook helderheid. Je wilt graag dat het paard thuis komt, getamd wordt. Je wilt dat je geest thuis komt en je wilt / kunt het niet afdwingen. 

Als ik langer bij deze oefening stil sta dan ervaar ik nog een laag in de oefening. We oefenen voor onszelf en tegelijkertijd voor het welzijn van alle levende wezens, want als ik zacht om kan gaan met mijn eigen wilde geest, heb ik ook oog en begrip voor de (mogelijk) wilde geest van anderen. Zo laat het boeddhisme me nog iets zien: door alle oefening, worden we steeds zachter en compassievoller naar binnen en naar buiten. Misschien is dit de mooiste bijdrage die we kunnen geven in deze tijd, een ruimhartige, liefdevolle en compassievolle houding naar onszelf en anderen.